vrijdag 28 november 2008

Buitenmens Deel 1

Al sinds jonge leeftijd wist Gerben dat hij was voorbestemd om een buitenmens te worden. Zijn vrienden vonden het maar niets, deze buiten-aspiraties van Gerben, maar zelf wist hij het absoluut zeker. Toen hij twaalf was, zag hij een televisieprogramma over een man die in de bossen in Siberië (of daar ergens in de buurt) overleefde door zijn eigen vis te vangen en een gewas te verbouwen dat hij zelf vergeleek met aardappelen, maar waarvan de knoestige wortel (het deel dat de man volgens eigen zeggen at) in Gerbens ogen meer op een keutel leek. De man was erg gespierd, had een grote baard, sprak zeer slecht Engels, en leek weinig last van de kou te hebben, al werd hij geinterviewd in een besneeuwd landschap. Vanaf dat moment besefte Gerben zich dat hij niet zomaar een buitenmens zou worden, maar zelfs de Koning van de Jungle.

Dat was ook het moment dat Gerben begon met oefenen voor zijn buitenbestaan. Hij trainde door dagelijks minstens een uur naar Animal Planet te kijken, maar ook andere zenders, als er maar natuurprogramma's op te zien waren. Voor de jacht oefende Gerben vooral met schietspellen op zijn computer, en het moet gezegd worden, hij kon buitengewoon goed mikken: Gerben had zelfs de hoogste High Score van zijn hele klas in zijn lievelingsspel. Met welk spel je de andere aspecten van de jacht, zoals het opsporen van prooien en deze geur-en geluidsvrij benaderen, kon oefenen, wist hij niet precies. Daarom oefende hij voor deze zaken door virtueel snooker te spelen, de bebaarde man uit Siberië op de televisie had namelijk ook toegegeven dat snooker één van zijn grootste hobbies was, en zelfs datgene was wat hij het meest miste van zijn vroegere bestaan.

Na enige jaren naderde Gerbens voorbereiding het einde, niemand kon hem nog verslaan in virtueel snooker of het schietspel, hij had het herhalingenpatroon van Animal Planet doorgrond, en zelfs al bedacht welke muziek hij wel en niet op zijn mp3-speler zou meenemen, en deze er op gezet. Hij had zich kortom uitstekend voorbereid, maar toch leek het hem verstandig om niet meteen naar Siberië te vertrekken, maar zich eerst iets dichter bij huis op zijn nieuwe buitenbestaan te oriënteren. Gelukkig woonde hij in een wat kleinere stad (niet dat er grote steden in Nederland zijn, maar zelfs naar Nederlandse maatstaven was deze stad aan de kleine kant, al moet er zeker bij gezegd worden dat het geen dorp was: hij had zelfs een Hema), zodat de natuur al enige straten verderop begon met het weiland van een boer, die Gerben altijd al eens had willen bevrienden ter orientatie op zijn buitenbestaan. Het bestaan wat zo'n boer leidde was natuurlijk niets vergeleken met het niveau van éénwording met de woeste natuur wat Gerben zou bereiken, maar kwam er toch dichterbij dan dat van de meeste mensen in Gerbens directe omgeving. Door de voorbereidingen op zijn buitenbestaan was hij er echter nooit aan toegekomen, en bovendien vond hij de man altijd al een vrij onvriendelijke indruk wekken als hij hem bij toeval in de supermarkt trof.

Wordt vervolgd...

2 opmerkingen: