vrijdag 31 oktober 2008

Steve Fossett en de Donner Party

De BBC bericht dat men in Californië waarschijnlijk wat resten van het lichaam van Steve Fossett zijn gevonden. Het lijkt erop dat zijn vliegtuig is neergestort en hij vervolgens is opgegeten door beren of wolven. Niet de meest prettige manier om aan je eind te komen, maar hij heeft voor zijn overlijden in ieder geval een interessant leven geleid (raad u eens hoe snel het wereldsnelheidsrecord in de zeppelin is).
Het verhaal vertelt vooralsnog niet of meneer Fossett is overleden voor of na de vliegtuigcrash, met andere woorden of de beer in kwestie hem uit zijn vliegtuig heeft moeten halen of in het bos tegenkwam. In dat laatste geval heeft Fossett nog even in de Sierra Nevada bergen rondgehangen, misschien zelfs plannen gemaakt om te voet nog weer de beschaving te bereiken. Zou hij ook hebben beseft dat hij slechts 200 kilometer (vooruit, dat is van hier naar Ameland, maar in ieder geval zat hij in hetzelfde gebergte) van de plek was waar 43 leden van de Donner Party hun eind vonden?


De Donner Party is een groep immigranten die in Amerika meer bekendheid geniet dan hier. Hun totale onbekendheid in ons continent is onterecht, want het is een even fascinerend als gruwelijk verhaal. In april 1846 vertrok een groep emigranten uit Illinois in het oosten van Amerika om naar Californië te reizen. Ze vertrokken toen de lenteregens voorbij waren, en waren van plan om in de zomer door heel Amerika heen te reizen zodat ze voor de winter inviel de Sierra Nevada, het gebergte dat Californië van de rest van het continent scheidt, over zouden kunnen steken. Eind juli besloot een deel van de groep om via "Hasting's Cutoff" te reizen, een alternatieve route waarover ze hoorden dat hij korter was dan het gebruikelijke pad. Deze groep, zo'n 80 a 90 mensen, kiezen George Donner (slechts zeer in de verte familie van) als hun leider. De Cutoff is geen succes: In de woestijn raakt het water op, in het bos moet een pad uitgehakt worden en de groep raakt flink achter op schema. Ze moeten zich dus flink haasten om nog voor de winter de bergen over te kunnen steken. Hier eindigt de pech nog niet voor de emigranten: Indianen doden een deel van de koeien die ze bij zich hebben, in ruzies en andere ongelukken doden een aantal mensen elkaar, en ze bereiken de voetheuvels van de Sierra Nevada pas eind oktober. Het lukt niet meer om de bergpas over te steken: ze sneeuwen in en moeten weer omkeren. Het wordt echter al snel zo koud en onbegaanbaar dat de groep begin november gedwongen is om een kamp in de bergen te bouwen en daar te overwinteren.

Al meteen is duidelijk dat dat met de beschikbare hoeveelheid voedsel buitengewoon lastig wordt, en op 16 december vertrekt een groep van zeventien van de sterkste emigranten om op sneeuwschoenen de bergen over te steken en in Californië hulp te gaan halen. Deze groep heeft het niet makkelijk in de decemberstormen hoog in de bergen, als hun eten opraakt besluiten ze om strootjes te trekken en degene die het kortste strootje trekt te doden en op te eten. Niemand wil hem echter neerschieten en hij overleeft de loting, maar het weer zorgt uiteindelijk voor een oplossing: het kampvuur waait uit en drie leden van de groep (waaronder degene die het kortste strootje had getrokken) vriezen dood. Op tweede kerstavond (!) eten de overlevenden ze op. Eind januari lukt het de zes overlevenden van deze groep om een dorpje te bereiken, maar het zal nog even duren voor ze hulp kunnen regelen.

In het basiskamp in de bergen is de situatie ook vrij ellendig: Nadat alle koeien op zijn gegeten leeft men nog wekenlang van de huiden, en 19 februari komt eindelijk de eerste reddingsgroep aan in het kamp. De overlevende emigranten zitten daar dan al ruim drie maanden vast. De eerste reddingsgroep vertrekt weer met een deel van de emigranten, de rest is te zwak om te reizen. Op 1 maart komt de tweede reddingsgroep aan in het kamp, waar ze tot hun afgrijzen duidelijke tekenen van kannibalisme aantreffen. De tweede reddingsgroep komt op de terugweg naar Californië vast te zitten in één van de ergste sneeuwstormen van de winter, en moet veertien mensen achterlaten die te zwak zijn om verder te reizen. Van deze veertien overlijden er drie en worden opgegeten door de andere elf. De derde reddingsgroep treft ze in die situatie aan en neemt ze mee naar Californië. De vierde reddingsgroep treft tenslotte nog één overlevende aan in het kamp in de bergen, 'omringd door half opgegeten lijken'. Hoe deze persoon, ene Louis Keseberg, er mentaal aan toe is vertelt het verhaal niet.

Op internet zijn een aantal websites aan dit verhaal geweid, en ook wikipedia heeft een mooie reconstructie (waar ik me voornamelijk op baseerde), maar eigenlijk verdient dit verhaal een lekker vieze en dramatische verfilming. Deze afgrijselijke gebeurtenissen zijn echter helaas nooit fatsoenlijk verfilmd, dus mijn advies aan Hollywood is: volgende keer als de schrijvers staken, verfilm eens de waarheid, die is nog veel gruwelijker dan wat die werkschuwe schrijvers kunnen bedenken.

4 opmerkingen:

  1. Goed verhaal. Het schijnt dat een paar rugbyers het een eeuw later opnieuw geprobeerd heeft.
    http://en.wikipedia.org/wiki/Andes_air_crash

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Klopt, en die hoefden het gelukkig korter vol te houden. Maar een van mijn favoriete kannibalisme verhalen is toch wel dat van de walvisvaarder de Essex, een korte versie daarvan is te lezen op http://en.wikipedia.org/wiki/Essex_(whaleship)
    Steve Fossett is alleen niet in de Zuidelijke Grote Oceaan gecrasht ;]

    BeantwoordenVerwijderen